"Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking." 
 

Bij ongerechtvaardigde verrijking kan je denken aan de situatie waarin iemand zijn huurhuis opknapt maar vervolgens door de huisbaas wegens dringend eigen gebruik uit de woning wordt gezet. Het huis is opgeknapt en kan niet zonder onredelijk veel kosten in de oude staat worden hersteld. De huisbaas is hiermee verrijkt en dient dan ook een vergoeding te betalen voor de opknapbeurt.

Sinds 1 januari 1992 hebben we te maken met het nieuwe vermogensrecht. Nieuw in dit vermogensrecht is artikel 6:212 BW. Dit artikel gaat over de onrechtmatige of ongerechtvaardigde verrijking. Een onrechtmatige/ongerechtvaardigde verrijking is een verrijking waarbij er naast iemand die ‘verrijkt’ is, ook iemand is die op een of andere manier ‘verarmd’ is. Onder bepaalde voorwaarden kan de schade die de ‘verarmde’ geleden heeft, worden verhaald op de persoon die er voordeel van gehad heeft (de verrijkte). 
 
Let op: je moet dit leerstuk van ongerechtvaardigde verrijking niet verwarren met het leerstuk: "onverschuldigde betaling". Een vordering op grond van onverschuldigde betaling heeft ongedaanmaking van een handeling (bijvoorbeeld de betaling van een eerder betaalde rekening) tot doel. Een vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking leidt tot vergoeding of compensatie van het nadeel van de één met als maximum de verrijking van de ander. 
 

Voorwaarden ongerechtvaardigde verrijking 

  1. verrijking van iemand (de ‘verrijkte’);

  2. die in direct (causaal) verband staat tot;

  3. verarmde;

  4. waarbij de verrijking onrechtmatig of ongerechtvaardigd moet zijn;

  5. en de vordering tot redelijk moet zijn. 
     

Hoeveel schade moet er vergoed worden?

Wanneer aan bovenstaande eisen is voldaan, is de ongerechtvaardigd verrijkte persoon verplicht het nadeel of de schade van de ander in de vorm van een schadevergoeding te vergoeden. Deze uit art. 6:212 BW voortvloeiende verbintenis is een wettelijke verplichting. De hoogte van deze vergoeding is aan de volgende drie grenzen gesteld;

  1. Verrijking: de vergoeding gaat niet verder dan het bedrag der verrijking;
  2. Verarming: nu het een vordering tot schadevergoeding betreft, gaat zij ook niet verder dan het bedrag der verarming (schade);

  3. Voor zover dit redelijk is: een derde grens is gelegen in de redelijkheid. De rechter heeft de mogelijkheid alle omstandigheden van het geval te wegen, en kan aldus voorkomen dat aan iemand ten onrechte een hem niet passende besteding zou worden opgedrongen.

 
De verplichting tot schadevergoeding ontstaat zodra het vermogen van de één ten koste van de ander heeft geprofiteerd. De schadevergoeding wordt meestal betaald in geld, maar de rechter kan - op verzoek van de eiser - ook tot een andere vorm van schadevergoeding komen. Hoeveel er aan schadevergoeding moet worden betaald, wordt vastgesteld op het moment waarop de schadevergoedingsplicht ontstaat. Dus zodra iemand is verrijkt. 
 
Wanneer de verrijking later verminderd is door omstandigheden die buiten de macht van de verrijkte vallen (zoals de huizenprijzen die aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van het moment dat het huis ten onrechte/ongerechtvaardigd werd overgedragen) of te goeder trouw zijn, dan heeft de verarmde slechts recht op een vergoeding ter grootte van de uiteindelijk resterende verrijking. Bij de vermindering wordt ook rekening gehouden met de uitgaven die zijn gedaan. Zonder verrijking zouden bepaalde uitgaven immers niet gedaan zijn. 
 
Wanneer de verrijking later dan het moment waarop de hoogte van de schadevergoeding wordt vastgesteld is gestegen, dan kan deze waardestijging vanzelfsprekend leiden tot een soort "extra" of "aanvullende" schadevergoeding. 
 

Wat kan ik doen?

Bij ongerechtvaardigde verrijking kan je de ongerechtvaardigd verrijkte persoon benaderen en een schadevergoeding eisen. Wanneer dit niet tot een verteerbare oplossing leidt, kan het verstandig zijn naar de rechter te stappen. Hierbij is het verplicht om een advocaat mee te nemen naar de rechtbank. Ook is het verstandig om aan de advocaat alles goed uit te leggen zodat de kans van slagen groter wordt.