In Nederland wordt iemand bij het bereiken van meerderjarigheid of bij het trouwen handelingsbekwaam. Dit houdt in dat iemand contracten mag sluiten met andere mensen en bedrijven. In het algemeen geldt contractsvrijheid, die in grote lijnen inhoudt dat iemand zelf mag bepalen of hij of zij een contract aangaat, wat dat contract precies inhoudt, welke financiële gevolgen dit contract heeft, en met wie en hoe hij of zij deze overeenkomst sluit. Wanneer iemand getrouwd is wordt deze vrijheid beperkt: in sommige gevallen heb je toestemming nodig van een echtgenoot of partner. Wanneer iemand toestemming nodig heeft, hoe toestemming gegeven moet worden en wat de gevolgen zijn als de toestemming niet gegeven wordt, worden hieronder uitgelegd.

 

Wanneer is toestemming nodig? 

Voor stellen die getrouwd zijn of die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, geldt dus dat ze volgens de wet niet zo maar alles kunnen doen en laten wat ze willen. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij, is dat echtgenoten tegen elkaar beschermd moeten worden waarbij het belang van het gezin voorop staat. Zo moet het bijvoorbeeld niet kunnen zijn dat één van beide partners, zonder het de ander te vertellen, een onverstandige financiële overeenkomst aangaat die het hele gezin ten gronde kan richten als het verkeerd afloopt. 

In artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek spreekt men van ‘rechtshandelingen’. Er staan een aantal rechtshandelingen opgesomd waarbij de toestemming van de partner vereist is.

De meest voorkomende rechtshandelingen waarbij iemand meestal toestemming nodig heeft van de partner zijn:

  • het afsluiten van een hypotheek
  • het doen van een gift
  • borgstelling
  • koop op afbetaling

 

Toestemming echtgenoot bij aangaan hypotheek

Wie een hypotheek wil afsluiten moet, als hij of zij getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft de toestemming van de partner hebben om, zoals dat heet, het hypotheekrecht te vestigen op de echtelijke woning. 

De toestemming van de partner is altijd vereist bij het afsluiten van een hypotheek. Het doet er niet toe op wiens naam de woning staat en of er huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden zijn vastgesteld. Ook wanneer het om de koop van een tweede huis gaat of van een huis waar maar één van de partners zal gaan wonen, is de toestemming van de (andere) partner altijd nodig.

NB: Als je nu samenwoont maar niet getrouwd bent en geen geregistreerd partnerschap bent aangegaan met elkaar, dan is de toestemming geen vereiste.

 

Toestemming partner bij giften

Ook voor het doen van een gift kan soms de toestemming van de partner vereist zijn. In artikel 88 staat aangegeven dat deze regel niet geldt voor giften die als ‘gebruikelijk’ kunnen worden gezien en die ‘niet bovenmatig’ zijn.

Voor een bijdrage in de collectebus of het geven van een fooi aan de krantenjongen hoef je dus heus geen toestemming van je partner te vragen. Een ander verhaal wordt het, wanneer bijvoorbeeld je zus 10.000 euro van je geleend heeft en je besluit om haar deze schuld kwijt te schelden. Het kwijtschelden van een schuld geldt in dit opzicht als een gift, en bovendien is dit voor de meeste gezinnen een erg groot bedrag. Voor zo’n handeling heb je dus wél de toestemming van je partner nodig.

Een bijzondere uitzondering op het toestemmingsvereiste vormen giften die pas na het overlijden van de gever worden uitgevoerd. Je hebt dus geen toestemming van je partner nodig om met je zus de overeenkomst te sluiten dat ze het geleende bedrag weer terug krijgt op het moment dat je komt te overlijden.

 

Toestemming partner bij borgstelling 

Wanneer de borgstelling plaatsvindt omdat dit bij je normale taken behoort als je je beroep uitoefent of je bedrijf runt, dan is de toestemming van je partner geen vereiste. Het gaat dan namelijk om gewone financiële risico’s die bij de uitvoering van je beroep of bedrijf horen en niet om buitensporige risico’s waar je partner en gezin tegen beschermd moeten worden.

 

Toestemming partner bij koop op afbetaling

Koop op afbetaling houdt in, dat een bepaald goed in gebruik gegeven wordt aan een koper tegen een van tevoren afgesproken bedrag. Dit bedrag bestaat uit aflossing en rente. De koper kan meteen over de aankoop beschikken en is hier ook meteen eigenaar van. Vroeger was het in de wet zo geregeld, dat bij koop op afbetaling de partner verplicht was mee te werken. Toestemming van je was dus partner niet vereist. Tegenwoordig ligt dat anders en is koop op afbetaling één van de rechtshandelingen waarvoor toestemming van je partner nodig is.

Overigens is het ook bij huurkoop zo, dat toestemming van de partner een vereiste is. Bij huurkoop is, net als bij koop op afbetaling, sprake van een betaling in termijnen en kan de koper direct over de aankoop beschikken, maar in tegenstelling tot bij kopen op afbetaling wordt de koper bij huurkoop niet direct eigenaar. Net als bij de borgstelling bestaat er een uitzondering op de toestemmingseis met betrekking tot koop op afbetaling en huurkoop. Als één van de partner baas is van een NV of BV en de koop op afbetaling of huurkoop wordt gedaan vanuit het bedrijf als onderdeel van de normale bedrijfsvoering, dan is er géén toestemming van de partner nodig. 

NB: In de zogenaamde Dexia-affaire speelde een voorbeeld van de toestemmingseis bij koop op afbetaling. De Hoge Raad bepaalde naar aanleiding van deze aandelenlease-affaire, dat artikel 1:88 niet alleen van toepassing was op goederen, maar ook op rechten en de aflevering daarvan.  Ook voor het kopen van rechten op aandelen op afbetaling is dus de toestemming van je partner vereist. 

Uitzonderingen

In sommige gevallen kan er een uitzondering gemaakt worden op de toestemmingseis. Deze uitzonderingen staan opgesomd in de wet.

Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat je partner afwezig is of dat deze door een andere oorzaak niet in staat is om zijn of haar wil kenbaar te maken. In dat geval mag je de rechtbank om hulp vragen. Daar wordt dan de beslissing gemaakt die je partner, om wat voor reden dan ook, op dat moment niet kan maken. De rechtbank kan in dat geval de partner verplichten mee te werken (op last van verbeurte van een dwangsom) en/of een uitspraak doen die in de plaats treeft van de medewerking van de weigerende partner.

 

Wat als mijn partner geen toestemming geeft?

Als je partner weigert toestemming te geven voor een rechtshandeling waar wel toestemming voor nodig is, kan de rechtshandeling vernietigd worden. Door vernietiging worden alle rechten en plichten die aan de rechtshandeling vastzaten ongeldig. Dit heeft terugwerkende kracht tot het moment waarop de overeenkomst is aangegaan. Fictief heeft de overeenkomst na vernietiging nooit bestaan of is de rechtshandeling nooit verricht.

Goede trouw?

De wet beschermt ook de persoon buiten de partnerrelatie wanneer deze te goeder trouw was en de rechtshandeling geen gift was. Hiervoor moet de ander (de "derde") een beroep doen op derdenbescherming. Om bescherming te genieten moet worden bewezen dat:

  1. de derde dacht en mocht denken dat toestemming niet nodig was of
  2. de derde dacht en mocht denken dat de  vereiste toestemming gegeven was.

Meer informatie over de toestemmingseis

Wil je graag aanvullende informatie of persoonlijk advies op het gebied van de toestemming ontvangen? Neem dan contact op met onze juristen.