De verhuurder krijgt een brief van de huurder waarin staat dat de huurder, met inachtneming van de afgesproken opzegtermijn, de huur per 1 juli opzegt. Daarnaast beantwoord de huurder een e-mail van de makelaar inzake een andere woning met de volgende tekst:

"Hierbij verklaar ik dat ik de door u aangeboden woning aan de Grote Markt 6 te Zwolle per 1 juli a.s. wil huren voor € 600, - per maand (inclusief gas water en licht)." 
 
In beide voorbeeldgevallen hebben de verklaringen (het opzeggen van het huurcontract bij de ene verhuurder en het aangaan van een huurovereenkomst bij de ander) een bepaald gevolg. Bij de opzegging heeft de verklaring tot gevolg dat de contractuele relatie tussen de huurder en de verhuurder wordt beëindigd. In het tweede geval heeft de verklaring tot gevolg dat er een contractuele relatie ontstaat tussen de huurder en de aanbieder of verhuurder van de woning aan de Grote Markt te Zwolle. 
 
Een rechtshandeling is vereist om een contract tot stand te brengen. Partijen moeten overeenstemming bereiken over de inhoud van het contract. Zodra de voorwaarden door alle partijen gewild zijn en dit naar elkaar uiten of verklaren, is er sprake van een wilsovereenstemming. Het verklaren hoeft (in de meeste gevallen) niet schriftelijk te zijn. Ook de houding van partijen kan soms een verklaring inhouden wanneer iemand iets doet of juist iets niet doet. Door de wil te hebben en deze wil op een of andere manier naar elkaar te uiten komt er een verbintenis tot stand. 
 

Wilsontbreken

In sommige gevallen verklaart iemand dat hij of zij iets wil, maar ontbreekt de wil bij die andere persoon. Dit kan te maken hebben met zijn of haar geestesgesteldheid, er kan een strafbaar feit aan ten grondslag liggen zoals bedreiging, dwang of oplichterij. Maar het kan net zo goed te maken hebben met het feit dat niet begrepen wordt wat er daadwerkelijk aangeboden of geaccepteerd wordt door de ander. 
 
Een aantal bekende theorieën zeggen hier iets over: 
 
Wilstheorie 
 
De wilstheorie komt erop neer dat wanneer de verklaring niet in overeenstemming is met de wil van degene die iets verklaart, er ook geen overeenkomst tot stand komt of is gekomen. 
 
Verklaringstheorie 
 
De verklaringstheorie beschermt de andere partij dan diegene bij wie de wil ontbreekt, omdat deze niet kan zien of de wil ontbreekt bij de andere partij. Bij deze theorie kan het zijn dat ondanks het ontbreken van de wil er toch een overeenkomst tot stand komt.  
 
Vertrouwenstheorie 
 
De vertrouwenstheorie zegt net als de verklaringstheorie ook dat het ontbreken van de wil niet waarneembaar is voor de ander, maar dit wil niet per definitie zeggen dat er een contract ontstaat vanwege een verklaring (met of zonder wil van de ander). Bij de vertrouwenstheorie gaat het om de vraag of de ander erop mocht vertrouwen dat de verklaring ook gewild is door de andere partij. 
 
Om de niet-willende, maar wel verklarende partij, aan de overeenkomst te houden moet bewezen worden dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat het wel goed zat met de wil van de ander om de overeenkomst aan te gaan. Hij had geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de andere partij. Dit is anders wanneer iemand verklaart een auto voor € 10, - te verkopen. In dat geval weet elk redelijk denkend mens dat er iets niet klopt aan deze verklaring.