In veel overeenkomsten wordt een (eenzijdig) boetebeding opgenomen om de wederpartij aan te sporen de gemaakte afspraken na te komen. Een andere reden is dat de boete als een soort vergoeding van de (gevolg)schade kan dienen wanneer de gemaakte afspraken niet (voldoende) worden nagekomen en de ander hierdoor schade heeft geleden, lijdt en zal lijden. Tegenwoordig komt het steeds vaker voor dat naast deze boete (die soms dus als schadevergoeding gezien kan worden), ook een schadevergoeding wordt gevorderd. In dat geval wordt en een boete gevorderd en een aparte schadevergoeding. In zo'n geval spreken we van een samenloop of cumulatie. Deze samenloop kan in strijd zijn met een wettelijk verbod (cumulatie- of samenloopverbod) met als gevolg dat de rechter zijn oordeel geeft over de kwestie. 



Wat zegt de wet?

De wet stelt dat een contractueel verschuldigde boete in de plaats treedt van de zuivere schadevergoeding zoals bedoeld in artikel 6:94 lid 2 BW. Anders gezegd vervangt de boete het recht op een schadevergoeding. Volgens de wet kan er naast een boete dus geen zuivere schadevergoeding gevorderd worden. Dit is een cumulatieverbod. De aanvullend schadevergoeding is geen zuivere schadevergoeding. De aanvullende schadevergoeding zal verderop in dit artikel kort in dit kader ter sprake komen.

Echter zijn de bepalingen over contractuele boetes, zoals de bepaling over het boetebeding, bepalingen van regelend recht. Dat betekent dat er in contracten van mag worden afgeweken.

In de praktijk

Uit de praktijk blijkt vaak dat het bedrag dat aan boete betaald wordt niet de volledige schade dekt. Het boetebedrag wordt namelijk vaak vastgesteld tijdens het opstellen van de overeenkomst en destijds was het schadebedrag nog onbekend. Een schadevergoeding naast een boete lijkt daarom rechtvaardig. Dat is het natuurlijk niet als de boete de geleden schade wel dekt.

Hiermee staat vast dat het wel mag, maar dat het tussen partijen geregeld moet worden. Wanneer dat niet gedaan is, zegt de wet dat het niet geldt (cumulatieverbod) omdat het simpelweg niet expliciet is afgesproken. De wet regelt dus het gevolg als partijen hier bewust of onbewust geen afspraken over hebben gemaakt. Er is dan geen wettelijke grondslag om naast de boete ook schade te vorderen of andersom. 

Een bepaling die het volgende inhoudt: 'voor het overige zijn van toepassing de gebruikelijke bepalingen die gelden bij koop en verkoop van soortgelijke onroerende zaken’ vond de Hoge Raad onvoldoende expliciet. Dat het vorderen van een schadevergoeding naast het boetebeding een gebruikelijke bepaling zou zijn, is een onvoldoende expliciete bepaling waarmee kan worden afgeweken van een cumulatieverbod. Er hoefde dan ook geen schadevergoeding betaald te worden. Wel rechtsgeldig zou een bepaling kunnen zijn als 'in afwijking van artikel 6:92 lid 2 BW kunnen partijen, indien de boete niet het volledige bedrag aan schade dekt, tevens een schadevergoeding vorderen'. 

Aanvullende schadevergoeding

De wet biedt de schuldeiser de mogelijkheid om naast de boete om een aanvullende schadevergoeding te vorderen naast het betalen van een boete. Dit kan slechts ‘indien de billijkheid dit eist’.

Wanneer het onredelijk (denk aan de situatie waarin het boetebedrag de schade nagenoeg of ruimschoots dekt) is geen aanvullende schadevergoeding te ontvangen, kan de rechter deze schadevergoeding toewijzen. De rechter kent de aanvullende schadevergoeding weinig toe. Het is dan ook verstandiger expliciet in de overeenkomst op te nemen dat er naast de boete, een schadevergoeding gevorderd kan worden. Mocht het geschil tussen de partijen van de overeenkomst over het wel of niet betalen van een schadevergoeding, uitlopen op een proces bij de rechter, heeft dat meer kans van slagen dan een beroep op de aanvullende schadevergoeding. Deze contractueel verschuldigde boete kan gematigd (verminderd) worden.