In de plaatselijke krant staat welke vergunningsaanvragen gedaan zijn, welke vergunningen verleend zijn en welke vergunningen afgewezen zijn. Ook staat er bij binnen welke termijn en waar de bezwaren tegen de besluiten geuit kunnen worden door belanghebbenden. Burgers kunnen ook een vergunning aanvragen om bijvoorbeeld de boom, die al het zonlicht onttrekt aan de mooie achtertuin, om te mogen zagen. Wanneer burgers een vergunning aanvragen kan deze tot treurnis van de buurman worden toegewezen en tot verdriet van de aanvrager worden afgewezen. Wat en wanneer kan iemand wat doen tegen een beslissing van de gemeente, de provincie of de staat?

 

Het begrip ‘belanghebbende’

Om tegen een beslissing van de overheid bezwaar aan te mogen tekenen vereist de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) dat de klager als ‘belanghebbende’ wordt gezien. Wanneer de klager niet als belanghebbende wordt gezien kan deze klager geen partij zijn in de procedure.

Iemand is belanghebbende als zijn belang rechtstreeks betrokken is bij een besluit van een de overheid (als bestuursorgaan). Wie dit zijn is niet altijd even duidelijk. In sommige gevallen wordt een besluit aan één persoon gericht. Deze persoon aan wie het besluit is gericht wordt in het bestuursrecht de normadressaat genoemd. Wanneer er een normadressaat is, is het duidelijk dat die persoon of bedrijf in elk geval een rechtstreeks betrokken belang heeft bij het besluit (ook wel beschikking genoemd). Wanneer anderen (derden: zoals een burger, bedrijf, vereniging of stichting) last hebben van het besluit ligt dit een stuk lastiger. Een derde heeft namelijk alleen een rechtstreeks bij het besluit betrokken belang als aan 5 voorwaarden is voldaan.

  1. Eigen belang.
  2. Persoonlijk belang.
  3. Objectief bepaalbaar belang.
  4. Actueel voldoende zeker belang.
  5. Rechtstreeks/direct geraakt belang.

 

Eigen belang

Bij eigen belang moet het echt gaan om het belang van de persoon of entiteit (bedrijf, stichting of vereniging), en niet om het belang van een ander.

 

Persoonlijk belang

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt de kring van belanghebbenden doorgaans getrokken daar waar men zicht op het bouwwerk heeft. Betreft het echter een groot project waarbij de ruimtelijke uitstraling groot is dan wordt de kring van belanghebbenden aanzienlijk ruimer getrokken. Bij een besluit tot aanwijzing van een pand als monument ligt dit echter weer anders. Daar wordt de medebewoner, niet zijnde de eigenaar of anderszins zakelijk gerechtigde, niet als belanghebbende aangemerkt. 

De tweede eis duidt op de voorwaarde dat een derde-belanghebbende alleen mag opkomen voor een bijzonder individueel persoonlijk belang. De derde-belanghebbende mag dus niet opkomen: voor iemand anders, voor het algemeen belang of voor een algemeen ethisch oordeel. 

 

Objectief bepaalbaar belang

Zijn belang moet ook objectief bepaalbaar zijn, want een belang dat slechts in de subjectieve belevingswereld van iemand bestaat en niet objectief bepaalbaar is, levert geen belanghebbendheid op. Dat wil niet zeggen dat dit belang niet immaterieel kan zijn; de kwaliteit van de woonomgeving is bijvoorbeeld best objectief bepaalbaar.

 

Actueel en voldoende zeker

De vierde eis, de eis van een actueel en voldoende zeker belang, brengt tot uitdrukking dat iemand alleen derde-belanghebbende bij een besluit kan zijn, als hij op het moment van het nemen van het besluit ook daadwerkelijk al een direct en onomstotelijk belang heeft.

 

Causaal verband

En tot slot moet er voldoende causaal verband zijn tussen het besluit en iemands belang. Mensen met een afgeleid belang, d.w.z. mensen die een belang hebben via het belang van een ander bij het besluit, hebben geen direct geraakt belang. Ook niet als hun belang veel groter is dan dat van de direct-belanghebbende. En op die laatste regel wordt door de Afdeling Bestuursrechtspraak in een uitspraak van 21 november 2007 een uitzondering gemaakt. 

Uitgangspunt is dat iemand een persoonlijk belang heeft bij een besluit als de gevolgen van dat besluit voor hem persoonlijk in relevante mate anders uitwerken dan voor anderen in het algemeen. Men dient zich te kunnen onderscheiden van een willekeurige derde. Wil men als belanghebbende kunnen worden aangemerkt, dan moet het bij het besluit betrokken belang iets zijn waardoor men zich onderscheidt van willekeurige anderen. Bij een plaatsingsbesluit gaat het er om of de betrokkene genoodzaakt is om duurzaam op gezette tijden in het gebied te verblijven. Eigenaren van panden gelegen in het gebied waar de camera’s geplaatst worden en degenen die in een dergelijk pand wonen of werken worden als belanghebbende aangemerkt.  

Als er een reële mogelijkheid bestaat dat iemand door een besluit in zijn aan een fundamenteel recht ontleend belang wordt geschaad, dan moet hij worden aangemerkt als belanghebbende. Voor de ontvankelijkheidsvraag hoeft dus niet vastgesteld te worden dat het betreffende recht inderdaad geschonden is; het aanwezig zijn van een reële mogelijkheid is voldoende.