Lisanne gaat studeren in Leiden. Ze gaat direct op zoek naar een kamer en vindt een verhuurder die haar een kamer wil verhuren. Lisanne sluit een huurovereenkomst voor een onbepaalde tijd met de verhuurder. Nadat Lisanne de huurovereenkomst heeft getekend, gaat zij ervan uit dat dit contract haar beschermt tegen verschillende mogelijke onaangename situaties.

In de regel gaat men ervan uit dat een contract de betrokken partijen bij het contract beschermt. Omdat het niet altijd vanzelfsprekend is dat een contract beide partijen beschermt of dat beide partijen zich aan het contract houden, biedt het huurrecht bescherming voor zowel de verhuurder als de huurder. Woonruimte is voor een ieder een essentiële behoefte en het is daarom belangrijk dat de partijen (met name de huurder) bescherming genieten. Er kan zich een situatie voordoen waarbij de verhuurder zijn eigendom, bijvoorbeeld de studentenkamer, terug wil vorderen omdat hij de kamer aan een ander voor meer geld kan verhuren en hierbij de huidige huurder op straat wil zetten en met lege handen wil achterlaten. Voor de bescherming van de huurder is hiertegen “de huurbescherming” in het leven geroepen. 

Het huurrecht beschermt de (onwetende) huurder door middel van huurbescherming tegen een verhuurder die de huurovereenkomst zonder wettelijke reden wil ontbinden, opzeggen of beëindigen. Een huurder kan dus niet zomaar worden verzocht om het huis, de kamer of het appartement te verlaten zonder dat hierover gesproken is. Dit houdt in dat de verhuurder de huurder niet tegen zijn wil in uit het gehuurde kan zetten, zonder dat deze situatie aan de rechter is voorgelegd.

 

Voorwaarden huurbescherming

Niet alle personen die een woonruimte huren genieten huurbescherming. Op basis van een (het liefst schriftelijk) contract genieten huurders huurbescherming als zij een huis, appartement of een kamer huren. Dit is ongeacht of er sprake is van een medehuurder, medebewoner of onderhuurder. Deze personen genieten in hun hoedanigheid als medehuurder, medebewoner of onderhuurder ook huurbescherming. Ook huurders van woonwagens of woonwagenstandplaatsen genieten huurbescherming.

Wanneer er sprake is van een huurovereenkomst voor een studentenkamer, tijdelijke verhuurbare ruimtes gemeentelijke afbraakpanden en hospitakamers, gelden er afwijkende bepalingen voor deze gevallen. Dit houdt in dat in deze gevallen niet altijd (volledige) huurbescherming geldt. Het gaat in de meeste gevallen om een beperkte huurbescherming in plaats van geen huurbescherming.

Wanneer een van deze bovengenoemde huurovereenkomsten mondeling is gesloten, geniet de huurder nog steeds huurbescherming. Een mondelinge afspraak is namelijk even rechtsgeldig als een schriftelijke afspraak. Het nadeel van een mondelinge huurovereenkomst is dat het moeilijk is om te bewijzen wat er daadwerkelijk is afgesproken.

 

Geen huurbescherming

Huurders van een woonboot, een winkelwoning, een dienstwoning, een recreatiewoning of van een kamer in een verzorgtehuis genieten geen huurbescherming.

Het huurrecht heeft niet alleen betrekking op het verhuren van woonruimtes. Er zijn ook andere goederen en zaken die men als persoon kan huren. Voorbeelden hiervan zijn: het huren van een auto of het huren van een DVD. Voor deze huurovereenkomsten gelden geen wettelijke regels met betrekking tot de bescherming van de huurder. Dit komt mede doordat het woonrecht een essentiële/basis behoefte is. De huurovereenkomsten die met betrekking tot andere goederen en zaken worden gesloten, zijn niet van essentieel belang voor de huurder waardoor bepaalde huurrechten zoals de huurbescherming niet van toepassing zijn.