"Een eerder betaalde rekening per ongeluk nog een keer betalen, de maandelijkse huur naar een verkeerde rekening overboeken of een schuld aan de bank betalen die jouw ex-partner al heeft ingelost, zijn allemaal voorbeelden van betalingen die zonder rechtsgrond hebben plaatsgevonden."

De wet noemt dit soort betalingen ‘onverschuldigde of onterechte betalingen’. Wanneer er sprake is van een onverschuldigde betaling heeft de betaler het recht om het onverschuldigd betaalde terug te eisen bij de persoon aan wie onterecht betaald is. Op deze manier wordt (als de persoon het bedrag terugbetaald heeft) de fout ongedaan gemaakt. In juridische zin wordt gesproken van het recht op restitutie én ongedaanmaking van deonverschuldigdeprestatie. 
 

Recht op restitutie

Hoeveel iemand moet terugbetalen is niet altijd duidelijk. Bij een onbetaalde rekening zal duidelijk zijn dat het onjuist of te veel betaalde bedrag, het bedrag is dat terugbetaald moet worden. Geld kan makkelijk teruggegeven worden. Wanneer het gaat om een prestatie zoals het schilderen of het maken van een kunstwerk is het teruggeven van de "onverschuldigde prestatie" een stuk lastiger. In een dergelijk geval heeft degene die onverschuldigd heeft gepresteerd recht op ongedaanmaking van de prestatie. 
 
Soms is naast terugbetaling van een geldsom ook ongedaanmaking van de geleverde en/of ontvangen prestatie niet meer mogelijk. Bijvoorbeeld wanneer de schilder bijvoorbeeld het huis van de buurman van zijn opdrachtgever heeft geschilderd in plaats van het huis van de buurman, kan die buurman moeilijk de arbeidstijd terugdraaien en de gebruikte verf van de muur halen om de prestatie van de schilder ongedaan te maken. Ook een chauffeur die in de veronderstelling was dat hij een groep mensen moet vervoeren kan dit lastig ongedaan maken. De prestatie heeft immers al plaatsgevonden.  
 
Wanneer ongedaanmaking niet meer mogelijk is, omdat er iets gedaan is, iets nagelaten is of dat er een bepaald zuiver genot is verschaft bepaalt de wet dat degene die de prestatie heeft ontvangen een vergoeding moet betalen ter grootte van de waarde van de prestatie. Van de prestaties die dus niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden moeten de gevallen worden uitgesloten waarbij de ongedaanmaking door onmacht niet meer mogelijk is. 
 
Stel dat een kunstwerk verloren is gegaan doordat het huis waarin het kunstwerk stond door een blikseminslag tot aan de grond is afgebrand (een overmachtssituatie). Voor dit soort uitzonderlijke situaties wordt aansluiting gezocht bij het leerstuk van de toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) 
 
Voor een waardevergoeding moeten wel redelijke gronden worden aangevoerd. Het vereiste van redelijkheid is gelegen in de omstandigheden dat de onverschuldigd betalende partij enerzijds zelf een risico neemt wanneer hij een prestatie verricht die naar zijn aard ongedaanmaking uitsluit, anderzijds is het niet de bedoeling dat hij op die manier een prestatie aan een ander opdringt. 
 
 
De wet noemt drie gevallen waarin het redelijk is dat de ontvanger tot vergoeding overgaat: 
 

  1. indien de ontvanger door de prestatie is verrijkt; 
  2. indien het aan de ontvanger is toe te rekenen dat de prestatie is verricht; en 
  3. indien de ontvanger erin had toegestemd een tegenprestatie te verrichten.

 
 
 1. Verrijking van de ontvanger

Een beleggingsadvies dat per ongeluk naar een verkeerd adres is gestuurd kan leiden tot verrijking van de bewoner. De verrijking vindt alleen plaats als de ontvanger van de onjuist geadresseerde brief het advies leest, naar dit advies handelt en er zijn voordeel mee doet. Wanneer de persoon zo netjes is om de brief ongeopend terug te sturen, hoeft hij geen vergoeding te betalen. 

2. Onverschuldigde tegenprestatie toerekenbaar aan ontvanger

Het tweede geval zal zich minder snel voordoen. Iemand zal niet zomaar een prestatie verrichten. Meestal is er sprake van een gerechtvaardigd vertrouwen van diegene die presteert. Bijvoorbeeld dat hij dacht dat hij een contract had met de ontvanger. Toch kan door een vergissing het gebeuren dat een onverschuldigde prestatie voor rekening van de ontvanger komt.

Voorbeeld: iemand heeft per ongeluk een stuk bos ontgonnen heeft dat aan een ander toebehoort dan diegene voor wie hij aan het werk was. Als dit is gebeurd omdat de ontvanger van die prestatie zelf de grens tussen de bossen heeft opgeschoven, waardoor diegene die presteerde niet kon weten dat dit stuk bos aan een ander toebehoorde, is de ontvanger gehouden de gedeclareerde uren te betalen.

 3. Onverschuldigde tegenprestatie toerekenbaar aan ontvanger

Van het derde geval is sprake als de ontvanger zelf te kennen heeft gegeven dat hij een bepaalde waarde aan een prestatie toekent, zodat van het opdringen van een prestatie niet kan worden gesproken. Voorbeeld: in ruil voor een stuk grond met een bouwvergunning, verbindt een fietsenstallinghouder zich jegens de verkoper, die als fietsenmaker fietsen verhuurt, om zelf geen fietsen te verhuren. Later komt de fietsenstallinghouder erachter dat de bouwvergunning vervalst is en vernietigt de overeenkomst. Tussentijds heeft de fietsenstallinghouder al huuromzet misgelopen. 
 
De ontvanger dient de waarde te vergoeden van dit geleden omzetverlies. De fietsenstallinghouder heeft zich immers aan het verhuurverbod gehouden en dat kan niet -anders dan door een vergoeding toe te kennen - ongedaan gemaakt worden.