Binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap hebben beide partners de verplichting om voor elkaar te zorgen. Als een dergelijke relatie eindigt, dan stopt niet direct die verplichting: je mag je voormalige partner nou eenmaal niet zomaar aan zijn of haar lot overlaten. In bepaalde gevallen is het dan ook zo, dat de ene partner aan de andere een partneralimentatie moet gaan betalen.


Of er partneralimentatie betaald moet worden, is afhankelijk van twee factoren:

  1. De behoefte: De behoefte wordt vastgesteld op basis van de levensstandaard die er was tijdens het huwelijk of partnerschap. Een voormalige partner heeft in principe recht op partneralimentatie wanneer hij of zij niet zelf in staat is om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. Ook moet het zo zijn, dat het niet redelijkerwijs verwacht kan worden dat hij of zij direct zelf voldoende inkomsten heeft om te voorzien in dat levensonderhoud. Van dit laatste is bijvoorbeeld sprake, wanneer de ontvangende partner geen of weinig scholing heeft gehad en gedurende het huwelijk geen werkervaring meer heeft gehad. 

  2. De draagkracht De partner die de partneralimentatie moet gaan betalen, moet wel over voldoende inkomsten beschikken om die bijdrage aan de ander te betalen. De draagkracht van de betalende partner moet groot genoeg zijn. Hij of zij moet ook nog gewoon in staat zijn om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Daarbij is bijvoorbeeld niet alleen inkomen uit loon een bepalende factor, maar ook de woonlasten, ziektekosten en eventuele schulden.

 

Vaststellen partneralimentatie

Om de partneralimentatie vast te stellen, kun je samen met je voormalige partner rond de tafel gaan zitten. Je kunt dan samen overleggen hoe hoog het bedrag aan partneralimentatie moet zijn en hoe lang dit bedrag betaald moet worden. Deze afspraken kun je laten vastleggen in een ‘convenant’. Een convenant is een schriftelijke overeenkomst tussen verschillende partijen. In een echtscheidingsconvenant worden onder andere de partneralimentatie en eventueel de kinderalimentatie en de omgangsregeling vastgelegd. Je kunt zelf zo’n convenant opstellen, maar het is aan te raden om dit door een jurist te laten doen. Je ziet zelf namelijk al gauw belangrijke zaken over het hoofd en banken kunnen bijvoorbeeld van je eisen dat je een convenant overlegt dat door een notaris of een advocaat is opgesteld. Ook als je er samen niet uitkomt of als het gewoonweg niet denkbaar is dat je samen met je ex-partner om de tafel gaat zitten, kan een jurist je helpen om de nodige afspraken te maken. 
 
Nadat het convenant opgesteld is, wordt het beoordeeld door een , die het kan goedkeuren of afwijzen. Wanneer de rechter van mening is dat de afspraken in het convenant niet redelijk zijn, kan hij deze afwijzen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer het afgesproken bedrag aan partneralimentatie makkelijk door de betalende partner gemist kan worden maar niet voldoende is om te helpen voorzien in het levensonderhoud van de ontvangende partner. Het bedrag dat aan partneralimentatie moet worden betaald, wordt namelijk vastgesteld op basis van zowel de draagkracht van de betalende partner als op de behoefte van de ontvangende partner.

 

Een aantal richtlijnen die rechters vrijwel altijd hanteren om een redelijke partneralimentatie vast te stellen, zijn de Tremanormen. Deze Tremanormen, die de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (de NVvR) vast heeft laten leggen, bieden een praktische handleiding waarmee draagkracht en behoefte tegen elkaar uitgezet kunnen worden.

Het is niet altijd zo, dat er een rechter aan te pas moet komen. Toch is het raadzaam om op zijn minst de onderlinge afspraken vast te laten leggen bij een advocaat of notaris. Een executoriale titel kan problemen in de toekomst voorkomen wanneer één van beide partners de gemaakte afspraken niet nakomt.

 


Wijzigen partneralimentatie

Alimentatiebedragen veranderen jaarlijks als gevolg van de loonwijzigingen. Op basis van het loonindexcijfer wordt elk jaar een percentage vastgesteld waarmee de bedragen die men aan alimentatie betaalt, aangepast worden (de zogeheten indexering). Dit betreft een automatische wijziging van de alimentatie, die overigens niet bindend is. Zo kun je bijvoorbeeld door de rechter deze wettelijke indexering uit laten sluiten of een indexering vast laten stellen die gebaseerd is op het inkomen van de partner die de alimentatie betaalt. 

 

Je kunt partneralimentatie ook zelf laten wijzigen. Gedurende de alimentatieperiode kunnen zich allerlei veranderingen voordoen in de situatie van één van beide of beide partners, waardoor de eerder gemaakte afspraken in een ander daglicht komen te staan en onder de nieuwe omstandigheden niet meer redelijk zijn. De draagkracht van de betalende partner of de behoefte van de ontvangende partner kan zodanig veranderen dat het alimentatiebedrag daarop aangepast moet worden. 
Zowel de hoogte van het bedrag dat aan partneralimentatie betaald moet worden als de periode dat er alimentatie moet worden betaald, kan worden gewijzigd. 


Een rechter gaat overigens geen aanpassingen maken in de partneralimentatie bij ieder klein wissewasje. De verandering in de situatie moet wel enige betekenis hebben. Hier kan sprake van zijn in de volgende situaties:

 

- Eén van beide partners gaat met iemand anders trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan.

Als degene die de alimentatie ontvangt een nieuwe relatie krijgt, dan vervalt de onderhoudsplicht van de vorige partner, en daarmee ook de alimentatieplicht. Maar, ook als de betalende partner degene is die opnieuw trouwt, kan dit een flinke verandering in de draagkracht als gevolg hebben waardoor de partneralimentatie gewijzigd moet worden.

 

- Het inkomen van één van de partners wijzigt.

Als de betalende of de ontvangende partner ineens veel meer of juist minder gaat verdienen dan eerst, dan is dit van invloed op respectievelijk de draagkracht en de behoefte. Als het verschil groot genoeg is, is dit een reden om de partneralimentatie te wijzigen.


- De betalende partner raakt arbeidsongeschikt of overlijdt.

Als de betalende partner komt te overlijden, dan komt zijn of haar alimentatieplicht natuurlijk te vervallen. En tenzij de betalende partner andere inkomstenbronnen heeft, zullen de betalingen ook ophouden wanneer hij of zij arbeidsongeschikt raakt. Degene die de partneralimentatie ontvangt, kan zich tegen dit risico verzekeren met een alimentatieverzekering.


- Andere oorzaken.

Er bestaan ook niet-financiële oorzaken die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de partneralimentatie of zelfs op de alimentatieverplichting als geheel. Hieronder vallen bijvoorbeeld het niet nakomen van de afspraken in de omgangsregeling of ‘lasterlijk gedrag’. Een duidelijk voorbeeld is een situatie waarbij (langdurige) mishandeling in het spel is. Een rechter kan dan bijvoorbeeld oordelen dat het niet van het slachtoffer verwacht mag worden dat deze bijdraagt in het levensonderhoud van de boosdoener.

 

 

Meer informatie over partneralimentatie

Wil je graag aanvullende informatie of persoonlijk advies op het gebied van partneralimentatie ontvangen? Neem dan contact op met ons via het contactformulier.