Bij een scheiding komt er heel wat op je af. Vooral als er kinderen in het spel zijn, moeten er in die periode erg veel belangrijke afwegingen worden gemaakt. Eén van de belangrijkste zaken waar je als ouder bij een scheiding mee te maken krijgt, is de kinderalimentatie.

Alimentatie is een bijdrage in de kosten voor bepaalde levensbehoeften. Alimentatie is een gevolg van de onderhoudsplicht die ouders tegenover hun kinderen hebben. Deze onderhoudsplicht houdt in, dat bepaalde personen elkaar moeten helpen. 

Kinderalimentatie vloeit voort uit de onderhoudsplicht die ouders of 'verwekkers' ten opzichte van hun kinderen hebben. Ouders zijn wettelijk verplicht om voor hun kinderen te voorzien in verzorging, opvoeding, levensonderhoud en passende opleiding.

 

Onderhoudsplicht ouders

Ouders zijn in principe onderhoudsplichtig tot het kind de leeftijd van 21 jaar bereikt. Tot de leeftijd van 18 jaar betreft deze onderhoudsplicht de volledige verzorging en opvoeding van het kind. Na die tijd is er tot het 21ste levensjaar sprake van een zogenaamde ‘voortgezette onderhoudsplicht’. Deze voortgezette onderhoudsplicht, die geldt voor jonge meerderjarigen, heeft betrekking op de kosten voor levensonderhoud en studie. Deze onderhoudsplicht wordt niet onderbroken wanneer het kind trouwt voordat het 21 wordt. De partner wordt dan in eerste instantie de onderhoudsplichtige, de natuurlijke onderhoudsplicht van de ouders blijft op de achtergrond bestaan.

Tegenover van kinderen die ouder zijn dan 21 jaar hebben de ouders alleen in bepaalde gevallen onderhoudsplicht. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer een kind gehandicapt is en hierdoor niet voor zichzelf kan zorgen. 

 

Scheiding en onderhoudsplicht

Beide ouders zijn onderhoudsplichtig en dit blijft óók het geval wanneer de ouders scheiden. De oorspronkelijke, gedeelde, gezinssituatie wordt verbroken maar dat doet niets af aan het feit dat de ouders onderhoudsplichtig zijn ten opzichte van hun kinderen.

Een scheiding heeft behalve emotionele gevolgen ook een grote uitwerking op de financiële situatie van het gezin. Vaste kosten, zoals voor huisvesting, worden niet meer gedeeld waardoor dat de gezinsleden er bijna altijd financieel flink op achteruit gaan. 

Kinderalimentatie is wettelijk vastgelegd omdat de ontwikkeling van het kind, ondanks een verslechterde financiële situatie, niet mag vastlopen. Een kind moet zo min mogelijk last ondervinden van de situatie en zich gewoon kunnen blijven ontwikkelen; liefst zoals het dat vóór de scheiding ook gewend was. 

Na een scheiding treedt meestal één van de ouders op als de verzorgende ouder. Deze ouder neemt het grootste deel van de tijd de verzorging van het kind op zich. Deze ouder voldoet dus al aan de wettelijke onderhoudsplicht doordat hij of zij de dagelijkse verzorging van de kinderen op zich neemt. 


De niet-verzorgende ouder betaalt meestal een vast geldbedrag per maand om de kinderen te helpen. Deze bijdrage duiden we aan als kinderalimentatie. In uitzonderlijke gevallen kan de bijdrage van de niet-verzorgende ouder (voor een deel) in natura worden uitgekeerd.

 

Berekening kinderalimentatie

Als vaststaat dat een ouder kinderalimentatie moet betalen, dan is daarmee de kous nog niet af. Vervolgens moet namelijk de hoogte van het bedrag worden berekend. Eén van de belangrijkste factoren in de berekening voor alimentatie voor kinderen is het besteedbare inkomen van de ouder die kinderalimentatie moet betalen. Dit besteedbare inkomen wordt met een draagkrachtberekening vastgesteld. Een andere bepalende factor is de behoefte van het kind.
De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (de NVvR) heeft de zogenaamde Tremanormen opgesteld. Deze Tremanormen bieden de rechter een handvat voor het vaststellen van de kinderalimentatie.

Voor kinderen onder de 18 jaar kunnen beide ouders ook zelf in overleg afspraken over de kinderalimentatie maken. Deze kunnen ze vervolgens vastleggen in een ouderschapsplan of convenant. Is het kind 18 tot 21 jaar oud, dan bestaat de overeenkomst tussen de ouders en het jongmeerderjarige kind.

Als de ouders er onderling of samen met het kind niet uitkomen, kan de rechter bepalen hoeveel de kinderalimentatie moet bedragen. Ook wijzigen van een eerder vastgesteld bedrag aan kinderalimentatie verloopt via de rechter. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als de omstandigheden van de ouders of het kind veranderen waardoor het eerdere besluit onredelijk wordt, of wanneer blijkt dat een eerder besluit door de rechter is gebaseerd op onjuiste of onvolledige gegevens.

 

Kinderalimentatie en stiefouderschap

De onderhoudsplicht geldt altijd voor de biologische ouders (moeder en vader) van het kind. Maar daarnaast zijn ook eventuele stiefouders, of niet-ouders die wél samen met een ouder het ouderlijk gezag dragen, onderhoudsplichtig.

Als een stiefouder getrouwd is met de eigen ouder van het kind of daarmee een geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan heeft deze stiefouder net als de biologische ouder een onderhoudsplicht. Een voorwaarde hiervoor is wel, dat het kind onderdeel uitmaakt van het gezin van de eigen ouder en de stiefouder.

Het maakt voor het bestaan van de onderhoudsplicht niet uit of de stiefouder ook ouderlijk gezag uitoefent. Als de stiefouder géén ouderlijk gezag uitoefent, houdt de onderhoudsplicht wel op zodra het huwelijk of het geregistreerd partnerschap beëindigd wordt.

Wanneer een eigen ouder van het kind het ouderlijk gezag deelt met een persoon die niet de biologische ouder is van het kind (dit kan een stiefouder zijn maar dat hoeft niet – ouderlijk gezag kan ook aangevraagd worden door mensen zonder wettelijke familieband), dan heeft deze niet-ouder net zo goed een onderhoudsplicht ten opzichte van het kind. Als het gezamenlijk gezag beëindigd wordt en het gezag geheel bij de biologische ouder komt te liggen, dan blijft de niet-ouder onderhoudsplichtig. 

De onderhoudsplicht van een niet-biologische ouder duurt niet standaard tot het 21ste levensjaar van het kind, zoals dat wel het geval is bij de eigen ouder. De duur hiervan is gelijk aan de duur van het gezamenlijke ouderschap. Hebben bijvoorbeeld de eigen ouder en de niet-ouder het ouderlijk gezag twee jaar lang gedeeld, dan is de niet-ouder na de beëindiging van het gezamenlijk ouderschap nog twee jaar lang onderhoudsplichtig. Alleen in zeldzame gevallen besluit de rechter tot een verlenging van deze onderhoudsplicht. Ook deze bijzondere onderhoudsplicht duurt maximaal tot de 21ste verjaardag van het kind.

 

Kinderalimentatie en co-ouderschap

Wanneer de ouders na een scheiding de zorg voor het kind delen, noemen we dit co-ouderschap. Dit houdt meestal in dat het kind afwisselend periodes bij beide ouders doorbrengt.

Bestaan er geen grote verschillen tussen de draagkracht van beide ouders, dan hoeft er bij co-ouderschap meestal geen kinderalimentatie te worden betaald. Is er wel sprake van een groot verschil, dan zal de rechter in de meeste gevallen de meest daadkrachtige ouder verplichten tot het betalen van kinderalimentatie. 

Een ander voorbeeld van een situatie binnen het co-ouderschap waarbij de rechter een ouder kan verplichten tot kinderalimentatie, is wanneer de andere ouder buiten zijn of haar schuld om, en voor een langdurige periode, te maken heeft met verhoogde lasten.

Ook wanneer het kind ondanks co-ouderschapsplan doorgaans meer tijd bij de ene ouder verblijft dan bij de andere ouder, kan de rechter het nodig vinden dat één van de ouders kinderalimentatie betaalt.

 

Kinderalimentatie en adoptie

Bij adoptie wordt een kind officieel het kind van niet-biologische ouders. De nieuwe familieband die bij adoptie ontstaat, neemt voor de wet de plaats in van de band tussen kind en biologische ouders. De familieband tussen het kind en zijn of haar oorspronkelijke, biologische ouders wordt dus beëindigd.

De onderhoudsplicht van de biologische ouders houdt daarmee op en komt bij de adoptieouders te liggen.

De onderhoudsplicht die adoptieouders ten opzichte van hun geadopteerde kind hebben, is aan dezelfde regels gebonden als de onderhoudsplicht die biologische ouders hebben voor hun eigen kind. Als adoptieouders gaan scheiden, gelden dus met betrekking tot de kinderalimentatie voor hen dezelfde regels als voor biologische ouders. 

Dit is ook het geval bij stiefouderadoptie. Bij stiefouderadoptie wordt een kind officieel het kind van een stiefouder, maar daarnaast blijft de familierechtelijke band tussen het kind en één biologische ouder bestaan. De stiefouder heeft dan ook onderhoudsplicht en kan dus na een scheiding verplicht worden tot het betalen van kinderalimentatie.

 

Meer informatie over kinderalimentatie

Wil je graag aanvullende informatie of persoonlijk advies op het gebied van kinderalimentatie ontvangen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.