Wanneer de werknemer zijn werkgever geld schuldig is, kan de werkgever deze schuld wegstrepen tegen de schuld (salaris) die de werkgever heeft bij zijn werknemer. Een werknemer kan een schuld hebben bij zijn werkgever doordat hij bijvoorbeeld een boete krijgt wegens het niet naleven van bedrijfsregels, omdat hij per ongeluk te veel loon betaald heeft gekregen of dat de werknemer een voorschot op het loon heeft gevraagd en gekregen. Om te kunnen verrekenen is het nodig dat beide partijen wat van elkaar moeten krijgen (te vorderen hebben). Deze vordering moet ook opeisbaar zijn. In een arbeidsrelatie heeft de werknemer een loonvordering op de werkgever en kan het zijn dat de werkgever een vordering op de werknemer heeft die hij graag wil verrekenen met het loon van de werknemer. Is de werkgever dan niet aan regels gebonden?

Allereerst is het goed te weten dat de er twee momenten zijn waarop verrekend kan worden. Er kan namelijk gedurende de arbeidsrelatie en bij het einde (bij de eindafrekening) van de arbeidsrelatie verrekend worden. Indien de werknemer toestemming geeft voor de verrekening is er geen vuiltje aan de lucht. Echter, wanneer de werknemer het niet eens is met de verrekening kan de werkgever niet altijd verrekenen. Hierbij is de werkgever aan strikte regels gebonden. De werkgever kan, zolang er een arbeidscontract bestaat, in de volgende gevallen zonder instemming van de werknemer een vordering verrekenen:

  1. Wanneer de werknemer door opzet of bewust roekeloosheid, schade heeft aangericht kan de werkgever deze schade direct verrekenen met het loon van de werknemer.
  2. Kostenvergoeding voor gebruik of verbruik van middelen op het werk zoals een dagelijkse lunch mag aan het eind van de maand op het loon in aftrek gebracht worden.
  3. Wanneer de werkgever de werknemer een boete oplegt vanwege het niet naleven van bedrijfsregels kan de werkgever dit voor een deel verrekenen met het loon. De verrekening bij een boete mag niet meer bedragen dan 10% van het loon. De rest van de boete kan in de maanden daarna steeds voor maximaal 10% worden verrekend. 
  4. Onverschuldigd betaald loon waarbij is afgesproken dat het te veel betaalde kan verrekend worden. Wanneer de werkgever het teveel betaalde terugvordert kan het onredelijk zijn dat de werknemer het onverschuldigd ontvangen loon moet terugbetalen. Deze eis van het op schrift stellen en ondertekenen geldt ook voor huur van een woning of gereedschappen van de werkgever of een de aflossing op een geldlening bij de werkgever.
  5. Een voorschot op het loon kan verrekend worden als dit op papier staat en ondertekend is door de werknemer.


Voor bovenstaande punten hoeft de werknemer geen toestemming te geven en kan de werkgever gewoon overgaan tot verrekening met het loon. Wanneer het gaat om andere vorderingen heeft de werkgever toestemming nodig. Deze toestemming moet bij elke verrekening worden gegeven. Wanneer de instemming bij het tekenen van arbeidscontract gegeven is, kan dit deel van het contract vernietigd worden. Dit doet hij door zich mondeling of schriftelijk te verzetten tegen die bepaling. Wanneer de werkgever, zonder uitdrukkelijke toestemming van de werknemer, verrekend heeft kan de werknemer uiteraard deze verrekening aanvechten door het loon op te eisen. Wanneer de werknemer lange tijd niets van zich laat horen (geen bezwaar maakt) kan het recht op loon vervallen.


De werkgever moet er in alle gevallen rekening mee houden dat de verrekening niet leidt tot een salaris onder de beslagvrije voet. Dit is de ondergrens! Het deel wat hieronder zou vallen heeft de werkgever te bewaren tot de volgende loonperiode.

 

Verrekening na einddatum arbeidsovereenkomst

Bij het einde van de arbeidsrelatie mag de werkgever vorderingen verrekenen die opeisbaar zijn. Hierbij hoeft hij zich niet te houden aan bovenstaande regels behalve dat de het laatste loon niet onder de beslagvrije voet komt. Zo kan het ook zijn dat (een deel van) de studiekosten worden verrekend wanneer schriftelijk overeengekomen is dat de werknemer hiertoe verplicht is als hij of zij tijdens de studie of binnen een bepaalde periode na de studie de arbeidsrelatie beëindigd. Hoofdregel hierbij is dat hoe langer de werknemer na afronding blijft hoe lager de schuld moet worden. Dit wordt ook wel de “glijdende schaal” genoemd.