De transitievergoeding is een vergoeding die de werkgever aan de werknemer betaald met als doel de mobiliteit van de werknemer te vergroten en de transitie van werk naar werk te bevorderen. De werknemer kan met de vergoeding bijvoorbeeld een scholing of een outplacementtraject financieren. 

Recht op transitievergoeding 

De werkgever is de werknemer in de volgende gevallen een transitievergoeding verschuldigd:

  • De arbeidsovereenkomst is door de werkgever is opgezegd.
  • De arbeidsovereenkomst is op verzoek van de werkgever door de rechter is ontbonden.
  • De tijdelijke arbeidsovereenkomst door de werkgever niet aansluitend is verlengd.

De werkgever is de werknemer tevens een transitievergoeding verschuldigd, indien de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever door de werknemer is opgezegd, op verzoek van de werknemer is ontbonden of een tijdelijke arbeidsovereenkomst is op verzoek van de werknemer niet aansluitend verlengd.

Als na een einde van een tijdelijke arbeidsovereenkomst de arbeidsovereenkomst niet is verlengd wegens een ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, kan de kantonrechter de werknemer, naast een transitievergoeding, ook een billijke vergoeding toekennen.

Geen recht op transitievergoeding 

De werkgever is geen transitievergoeding verschuldigd aan de werknemer wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd of niet wordt verlengd:

  • Voor de dag waarop de werknemer achttien wordt en de gemiddelde arbeidsomvang maximaal 12 uur per week is. 
  • In verband met het bereiken van of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of een andere pensioengerechtigde leeftijd of.
  • Het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. 

De rechter kan bij de werknemer wiens arbeidsovereenkomst is geëindigd als gevolg van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer de transitievergoeding alsnog geheel of gedeeltelijk toekennen, wanneer hij van oordeel is dat het niet toekennen van de transitievergoeding onaanvaardbaar is. Wanneer de werkgever in staat van faillissement is verklaard of een surseance van betaling is verleend is de werkgever ook niet langer een transitievergoeding verschuldigd.

Hoogte transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding is voor elk kalenderjaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd gelijk aan een derde van het loon per maand en een evenredig deel daarvan voor een periode dat de arbeidsovereenkomst korter dan een kalenderjaar heeft geduurd. De transitievergoeding bedraagt voor alle werknemers maximaal € 83.000 of een bedrag gelijk aan het vastgestelde loon over twaalf maanden wanneer dat loon hoger is dan € 83.000.  

Mindering van transitievergoeding 

Op de transitievergoeding kunnen twee verschillende kosten in mindering worden gebracht: 

  • Ten eerste de kosten van maatregelen die genomen zijn ter voorkomen van werkloosheid of het bekorten van de periode van de werkloosheid in verband met het eindigen of niet verlengen van de arbeidsovereenkomst. 
  • Ten tweede zijn dat de kosten die verband houden met het bevorderen van brede inzetbaarheid van de werknemer die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt. 

De werkgever mag de kosten voor outplacement en verhoging van inzetbaarheid in mindering brengen op de transitievergoeding. Ten aanzien van de kosten ter bevordering van de brede inzetbaarheid dienen de werkgever en werknemer het gezamenlijk erover eens te zijn dat de kosten gekwalificeerd kunnen worden als zodanig. Re-integratiekosten ten behoeve van een arbeidsongeschikte werknemer vallen hier niet onder. Dat geldt eveneens voor scholingskosten die gericht zijn op het vervullen van de eigen functie of op het vervullen van een andere functie bij de werkgever als de eigen functie vervalt. 

Uitstel transitievergoeding 

De werkgever hoeft geen transitievergoeding te betalen als hij de werknemer garandeert dat hij binnen zes maanden weer bij hem in dienst kan treden. De garantie kan door middel van het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst die maximaal zes maanden later aanvangt na de opzegging. Deze regel is interessant voor de werkgever bij wie binnen zes maanden een vacature vrijkomt. De werkgever kan dan een transitievergoeding voorkomen, mits het dienstverband binnen zes maanden aanvangt.